Hij spreekt vooruit

Lezen: Jesaja 44:6-8 | Dit zijn de woorden die de HEER richtte tot Joël, de zoon van Petuël. Joël 1:1

God woont in de hemel en ik hier. Hoeveel zit daar niet tussen? Maakt dat het contact niet heel ingewikkeld? 

Spreken over een grote afstand – dat is lastig. De woorden zijn lang onderweg. Dat geeft zo’n gesprek zijn eigen ritme. Op het journaal lopen vragen en antwoorden wel eens vast in de vertraging. Voor ons besef zijn onze boodschappen naar God, onze gebeden, heel lang onderweg. En antwoorden uit de hemel lijken last te hebben van een enorme vertraging.

Joël kreeg in elk geval woorden van de HEER. Niet voor zichzelf, hij moest ze bezorgen bij de mensen van Juda en Jeruzalem.

Inmiddels staan ze in de bijbel, nog steeds in de envelop van Joël, zonder poststempel doorgestuurd. Het is een lange-afstands-boodschap geworden. Die kan mee tot het eind van de tijd. Onderweg doet deze boodschap ons aan.

God vertelt met opzet ver van te voren wat Hij van plan is, zei Hij in Jesaja. Hij laat zich rustig narekenen. Daaraan kun je zien dat hij God is. Hij stippelt de toekomst uit. Als enige.

Als God een profeet stuurt, komen zijn woorden zeker op tijd. Vaak lopen ze ver voor de feiten uit.

Kijk er niet van op als God jou morgen in de kerk antwoord geeft op een vraag van gisteren. Met woorden die al een eeuw of vijftien naar je onderweg zijn.

 

Vraag: is het je wel eens overkomen dat God met zijn oude woord antwoord gaf op een verse vraag van je? 

Gebed: Heer, ik wacht op uw woord.

Zingen: Psalm 130, verzen 1 en 3 (Gereformeerd Kerkboek)

[Kracht voor elke dag. Bijbels Dagboek 2013, Barneveld: De Vuurbaak, 2012 overdenking voor zaterdag 1 juni]